Ik hoor de wind om het schip loeien. Hij is inmiddels aangezwollen tot orkaankracht, zo hevig trekt hij aan het schip. Het waait aan alle kanten door de kieren en gaten. Rillend vervloek ik het feit dat we te snel hebben moeten vertrekken. Het schip is nog lang niet klaar. De golven slaan hoog over de boeg. Ik ben in jaren niet zo bang geweest. Een zeewaardig schip is me verteld. Maanden geleden, toen ik het heb gekocht. U hoeft het alleen maar te schilderen. Ik hoor de gladjanus met zijn...
Het zaaltje baadde in het tl-licht. Even efficiënt als ongezellig. Twintig tafeltjes netjes in het gelid. Hij talmde in het halletje, zocht de moed om naar binnen te gaan, nam ondertussen de garderobe en de toiletten in zich op. Nog een diepe zucht en toen duwde hij de klapdeuren open. Er hing een zurige lucht, een kakofonie van geluiden vocht zijn oren binnen. Geschuif, geritsel, stemmen en iets dat voor muziek door moest gaan. Gespannen, zijn ogen half gesloten, keek hij rond op zoek naar...
Die avond kwam door de straat heel langzaam een vaalrode auto aangereden. Bij nader inzien mocht het voertuig de naam auto eigenlijk niet dragen. Hij viel letterlijk uit elkaar van ellende. Het regende pijpenstelen, en zelfs de ruitenwissers hadden de geest gegeven. Het gele licht van de straatlantaarns scheen op de twee inzittenden. Een man en een vrouw, beiden midtwintig. Ook hun gesteldheid hield het midden tussen ‘uit elkaar vallen van ellende’ en ‘de geest gegeven’. Ze waren al...
De voordeur viel met een klap achter haar dicht. Haar hart klopte in haar keel, Merel vloog naar de kamer en opende meteen haar speciale telefoon. Waar ze bang voor was, gebeurde. Een bericht van Marcel van vijf minuten geleden: ‘Je dacht toch niet dat je er zo gemakkelijk van af kon komen. Je moet morgenavond weer naar mij komen. En voor het geval je twijfelt…ik weet waar je woont, waar je werkt en wie je ouders zijn.’ ‘Waar ben ik aan begonnen’, fluisterde ze in het luchtledige....
De schommel beweegt. Niemand, niets te zien. Windstil. Toch beweegt hij aan de onderste tak van de oude eik heen en weer. Emily wrijft door haar ogen en kijkt nog eens. Zwiep, zwiep klinkt het zacht. Ze ziet het echt. Ze hoort ook de ijzeren scharnieren licht piepen, de dikke tak vervaarlijk kraken. Geen twijfel mogelijk. Hij schommelt. Gebiologeerd blijft ze voor het keukenraam staan. Ferd heeft de schommel zelf opgehangen toen de kinderen klein waren. Alweer 20 jaar geleden. Met een glimlach...
4 augustus 1914 Die dinsdag begint voor Janneke als alle andere dinsdagen. Eigenlijk als alle dagen. De dreiging die al weken in de lucht hangt, gaat grotendeels aan haar voorbij. Natuurlijk ze weet wat er speelt, leest de krant, al is dat een dag later, maar ze kan zich gewoonweg niet voorstellen wat er komen kan. Hun Duitse gasten zijn altijd vriendelijk en beleefd. Die zullen toch geen oorlog beginnen? Ze is net 21 geworden. Eindelijk meerderjarig. Haar verjaardag is nog groots gevierd in...
Terwijl Karin vertelt, ziet ze vanuit haar ooghoeken hoe Fawad afwezig door het raam naar buiten kijkt. Het lukt hem net niet om zijn tranen binnen te houden. Gelukkig let er verder niemand op hem. Dat is geen verrassing. Zo stil als Fawad is, zo uitgelaten zijn zijn klasgenoten van groep 5 van Basisschool De Appelboom in Eijsden. Ze gillen door elkaar en letten niet op Fawad. De lente is gearriveerd, Pasen is al weer achter de rug en nog even dan is het Pinksteren. Dat betekent maar een ding:...
Simon, eerstejaars student rechten, probeert zich te concentreren op zijn studieboek. De namiddagzon schijnt door het raam naar binnen. Zijn ogen dwalen steeds naar zijn fiets. Die is een vreemde eend tussen de meubels op zijn studentenkamer. Die kamer staat te vol en de fiets past maar net tussen bed en kast. Tranen vullen zijn ogen, met een driftig gebaar wrijft hij ze weg. Een misselijk gevoel vult zijn buik. Hij voelt nog steeds pijn en dat wordt maar langzaam minder. Zijn fiets is een...
Weg, zo snel en zo ver mogelijk weg! Dit is de enige optie die hem rest. Morgen, 13 juli is het zo ver. Dan gaat hij naar Schiphol en vliegt hij naar Australië. In gedachten ziet hij de plaatjes uit de reisbrochures weer voor zich. Uitgestrekte vlakten, rust en ruimte. Verder weg van Nederland kan bijna niet. Misschien kan hij een wijndomein kopen in de buurt van Margaret River van het geld dat hij in de afgelopen 10 jaar bij elkaar heeft gespaard. Als er maar niets tussenkomt, denkt hij wel...
Nog een beetje beduusd zaten oma en Roodkapje aan tafel met de jager. Ze snoepten van de peperkoek en dronken de wijn die Roodkapje had meegebracht. “Poeh”, zei de jager: “Jullie zijn allebei aan een ramp ontsnapt”. De dag was die ochtend ogenschijnlijk zonder problemen begonnen. Moeder had aan Roodkapje gevraagd om naar oma te gaan met een mandje met lekkers, omdat oma zich een beetje ziek voelde. Dat kon Roodkapje zich nog goed herinneren. “Maar waarom was je zo laat bij mij”,...