Nog een beetje beduusd zaten oma en Roodkapje aan tafel met de jager. Ze snoepten van de peperkoek en dronken de wijn die Roodkapje had meegebracht. “Poeh”, zei de jager: “Jullie zijn allebei aan een ramp ontsnapt”. De dag was die ochtend ogenschijnlijk zonder problemen begonnen. Moeder had aan Roodkapje gevraagd om naar oma te gaan met een mandje met lekkers, omdat oma zich een beetje ziek voelde. Dat kon Roodkapje zich nog goed herinneren. “Maar waarom was je zo laat bij mij”,...