Ik heb twee broers en twee zussen. Alle vijf geboren en getogen in Brabant. Slechts één woont er nog. De andere vier zijn ‘geëmigreerd’ en hechten van de weeromstuit én met het stijgen der jaren steeds meer aan onvervalste Brabantse klassiekers. Oké de een misschien wat meer dan de ander, maar dat terzijde. Met stip op 1 staat het worstenbroodje. De toevoeging ‘Brabantse’ is een pleonasme net als de bekende witte schimmel. Het Brabantse worstenbroodje is immers uniek in zijn soort.
Maar goed er naar verlangen is één ding, het kopen is al een goede tweede, maar het ultieme genot zit ‘m natuurlijk in het zelf bakken. En dat is net wat minder simpel dan het lijkt. Het vinden van de balans tussen deeg en worst, de uiteindelijke omvang van het broodje en de perfecte smaak van de worst, vraagt om enige oefening. Na drie keer prullen durf ik het eindelijk aan om mijn recept te delen. De begeleidende foto’s zorgen weer voor wat extra duidelijkheid.
Je begint met het deeg….
250 gram witte (bio) bloem
6 gram zout
70 gr roomboter op kamertemperatuur
10 gram basterdsuiker
7 gram (een zakje) gedroogde gist
125 gr lauwwarme melk
Meng de bloem met het zout, de suiker en de boter en voeg de melk toe. Dan ook de gist. Meng met je handen en kneedt een minuut of vijf tot je een mooi soepel deeg hebt. Verdeel het deeg in porties van 55 gram (8 worstenbroodjes en een kleintje 😀), maak er balletjes van en laat tien minuten onder plastic folie rusten (foto 2).
Dan de worst…
500 gram half-om-half gehakt recht uit de koelkast
1 ei
Versgeraspte nootmuskaat (een snuf)
7 gram zout
Peper naar smaak. Ik voeg ook nog wat piment d’espelette (mildpittige rode peper) toe.
Havermout (ipv paneermeel): net genoeg om het gehakt tot een enigszins homogene massa te kunnen kneden.
Ps ik gebruik havermout omdat dat – naar men zegt – gezonder is dan paneermeel en het werkt echt prima!
Kneed het gehakt en vorm er 8 grote ‘worstjes’ van die ook 55 gram wegen (foto 3) en natuurlijk een kleintje. Je houdt dan nog wat gehakt over, maar die kun je lekker bakken en al opeten. Kun je meteen proeven of de smaak goed is.
Als je klaar bent met het gehakt zijn ook de tien minuten wachttijd voor het deeg om. Dan wordt het spannend!
Rol de balletjes een voor een uit tot een ovaaltje, bestrijk de randen met een beetje losgeklopt ei en leg een worstje in het midden. Vouw eerst de korte kanten over het vlees en daarna de lange kanten. Leg op een met bakpapier bekleedde bakplaat (foto 4). Doe hetzelfde met de andere bolletjes deeg.
Laat 45 minuten rijzen onder plastic folie (foto 5) en plaats dan een rooster met daarop een bakje water (onder) en de bakplaat met daarop de worstenbroodjes (in het midden) van de voorverwarmde oven ( 190 graden, hete lucht). Bak de broodjes ongeveer 25 minuten.
Ps Het bakje water zorgt ervoor dat het deeg niet uitdroogt.
Laat beetje afkoelen….dichter bij het Brabantse gevoel kun je niet komen (foto 1).
Ps mochten ze koud zijn geworden en wil je ze beetje opwarmen voordat je ze gaat eten? Ik ben zeer tevreden over de volgende combi: 2 minuten in de magnetron op half vermogen en dan nog even twee minuutjes in een droge koekenpan op laag vuur aan twee kanten oppiepen (dus vier minuten in totaal in de koekenpan). Dan zijn ze ook warm van binnen en het deeg wordt niet te droog.
Reactie schrijven
Jan (donderdag, 10 juni 2021 10:22)
Gaan we proberen, dank