Al geruime tijd word ik niet meer exclusief omgeven door collega Brabanders. Eigenlijk al niet meer sinds ik ben gaan studeren. En dat is – eufemistisch uitgedrukt – al even geleden. De balans sloeg op enig moment zelfs door naar meer niet dan wel. Recht evenredig aan de toename van het aantal ‘vreemden’ in mijn omgeving, steeg de mate van verbazing over mijn taalgebruik. Het was natuurlijk wel bekend dat Brabanders letters en zelfs woorden weglaten. Mits die weinig of niets toevoegen en waar je dan ook prima zonder kunt. Regel 1 zeg maar. Maar het Brabants kent ook een paar eigenaardige uitdrukkingen. En eerlijk gezegd, ik wist niet beter dan dat die gewoon in het Groene Boekje stonden. Met andere woorden… dat ik me bediende van Algemeen Beschaafd Nederlands. Dat bleek dus net iets anders te liggen.
Mijn eerste kennismaking met het onbegrip van een ‘niet-Brabander’ was met de vader van een studievriend. Geboren en getogen in Zuid Holland had hij hier en daar moeite met mijn woordkeuzes. Een illustratief voorbeeld: het was etenstijd en hij vroeg of ik hagelslag op mijn boterham wilde. Mijn antwoord: ‘alleen als het onderhanden is’ leek mij voor geen tweeërlei uitleg vatbaar. Hij was het daar niet mee eens. In de stilte die volgde, zag en hoorde ik zijn hersenen helse toeren maken. Ik werd wat onrustig, want waar bleef het antwoord. Tenslotte drong het tot mij door dat hij mij niet begreep. “Onderhanden, in de zin van ‘open verpakking’ of te wel ‘al in gebruik’”, haastte ik me uit te leggen. En toen kreeg ik eindelijk een open pak hagelslag aangereikt.
Een tweede voorbeeld stamt ook uit mijn studententijd. Brabanders, dus ook studenten, hadden nooit ‘hun college-aantekeningen bij zich’. Ze hadden die niet bij. Een Brabander laat het woord ‘zich’ in zo’n zin gewoon weg. Iedereen begrijpt immers ook zonder of iemand wel of niet iets bij (zich) heeft. Overbodig en dan treedt genoemde regel 1 van het Brabants in werking. Saillant detail is dat Brabanders hierin diametraal van Limburgers verschillen. Limburgers voegen juist te pas en vooral te onpas het woordje ‘zich’ toe. ‘Het betrekt zich’, als er bedoeld wordt dat het weer slechter wordt. Een germanisme van het zuiverste water. Maar goed, het heeft bij mij even geduurd voor ik erachter kwam dat ‘bij zich hebben’ wel en ‘zich betrekken’ geen bestaand (wederkerig) werkwoord is.
Tot slot de uitsmijter in dit minicollege Brabantse eigenaardigheden. Het betreft de zinsnede ‘die heb ik geen’ als mogelijk antwoord op bijvoorbeeld de vraag of je appels in huis hebt (maar het past natuurlijk op tal van vragen). De eerste keer dat ik deze mooie Brabantse zinsnede gebruikte, lachte manlief mij in mijn gezicht uit. ‘Wat zeg je nu weer? Dat is toch geen normaal Nederlands’. En toen….toen herhaalde de geschiedenis zich….was het eertijds de vader van mijn vriendje, nu was ik degene die met stomheid was geslagen. Hoezo geen normaal Nederlands?
Ik weet inmiddels dat de correcte zinsnede is ‘die heb ik niet’ of ‘ik heb geen…..’, maar voor mij is de samentrekking van die twee tot ‘die heb ik geen’ meesterlijk doeltreffend en dekt het zonder meer elke lading. Ik zal hem dan ook fier en tot het einde mijner tijden (of vlak daarvoor) blijven gebruiken. Trouw aan mijn Brabantse roots. En mijn woordenboek heb ik toch niet bij.
Reactie schrijven
Veerle (woensdag, 09 oktober 2019 10:01)
Helemaal mee eens als echte Brabantse :)
Ellen (woensdag, 09 oktober 2019)
Woon vast al te lang boven de rivieren ,herken niet zoveel meer.
Alhoewel het afgelopen zaterdag in Loon op Zand nog prima lukte Brabants te praten
Helmy (zaterdag, 12 oktober 2019 22:31)
Leuk Marijke
Zo herkenbaar dit!
‘ik ben vanmorgen om half 8 aangereden...’
Mooi toch dat brabants, ik ben er trots op!
Binnenkort gaan we weer genieten van echt plat Helmonds, daar kan niks tegenop!
Groetjes
H (maandag, 14 oktober 2019 17:03)
Doe ik ook een duit in het zakje na vijf jaar Tilburg met wekelijks een prent van de week in de krant. Het zit voor het raam en begint met een ‘z’?
Z‘oma!
Blijft een raar taaltje dat Brabants �